3.4.3 Rente
Renteontwikkelingen/-visie
Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van toekomstige renteontwikkelingen. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.
De ECB beïnvloedt de inflatie door middel van haar beleidsrente. Dit is de rente die banken vergoed krijgen als ze geld bij de ECB aanhouden. De beleidsrente van de ECB lag lange tijd op een historisch laag niveau van 0,5% negatief, maar is in reactie op de hard gestegen inflatie verhoogd naar het huidige niveau van 4%. Een aanpassing van de beleidsrente werkt door in de rest van de economie. Een hogere beleidsrente maakt het minder aantrekkelijk voor banken om geld uit te lenen. Willen bedrijven of inwoners een lening, dan vraagt de bank een hogere rentevergoeding. Zo zijn rentes op bedrijfsleningen en hypotheken de afgelopen twee jaar aanzienlijk gestegen. De gemiddelde rente op een nieuwe hypotheek bedraagt nu bijvoorbeeld ruim 4%, terwijl dat eind 2021 nog minder dan 2% was.
Door deze hogere rentes neemt de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens af. Ook wordt sparen aantrekkelijker. Als gevolg daarvan komt de economie in een lagere versnelling terecht, waardoor uiteindelijk de inflatie daalt. Dit zien we terug in de cijfers: de gemiddelde inflatie in het eurogebied piekte in het najaar van 2022 op een niveau van 10,6%, maar bedroeg afgelopen december nog maar 2,9%. Een deel van deze daling komt door lagere energiekosten. Maar we zien ook een daling in de kerninflatie, waarin snel veranderende elementen zoals die energiekosten – en ook de prijzen van voedingsmiddelen - niet meetellen.
We verwachten op basis van ECB-voorspellingen dat de inflatie in de loop van 2025 terugkeert naar 2%. Naarmate de inflatie meer in lijn is met de doelstelling, neemt de noodzaak om verkrappend beleid te voeren af. Het is immers niet wenselijk dat de inflatie daalt tot onder de 2%. De ECB hanteert namelijk een symmetrische inflatiedoelstelling. Het doel is simpelweg 2% en afwijkingen erboven of eronder zijn even ongewenst. In de voorspellingen van de ECB is rekening gehouden met een geleidelijke daling van de rente, op basis van verwachtingen van financiële markten. Uitgaande van deze voorspelling blijft het monetaire beleid nog wel een tijd verkrappend, waarschijnlijk tot en met 2025. Of de markten het bij het rechte eind hebben hangt af van de verdere ontwikkeling van de inflatie. Voor haar beslissingen in het rentebeleid kijkt de ECB namelijk per vergadering hoe de economie en inflatie zich ontwikkelen.
Rente toerekening en renteresultaat
In de tabel hieronder wordt het renteresultaat bepaald op taakveld 0.5 Treasury. Eerst wordt het saldo van rentelasten en rentebaten bepaald. Vervolgens wordt de specifieke rentetoerekening daarop in mindering gebracht. Het deel dat over blijft wordt via de omslag-rente toegerekend aan de diverse taakvelden. De rente die niet aan de taakvelden wordt toegerekend staat als renteresultaat op het taakveld 0.5 Treasury.
In de tabel wordt de werkelijkheid 2023 afgezet tegen de berekening zoals die is opgesteld bij de primaire begroting 2023.
Rente toerekening | Werkelijk 2022 | Begroting 2023 | Werkelijk 2023 |
---|---|---|---|
Externe rentelasten | 2.935 | 2.745 | 2.594 |
Externe rentebaten | -512 | -323 | -2.102 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 2.423 | 2.422 | 492 |
Toerekening aan grondexploitaties | -753 | -934 | -577 |
Toerekening aan projectfinanciering | -503 | -615 | -492 |
Toerekening rente over eigen vermogen | - | - | - |
Toerekening rente over voorzieningen | - | - | - |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.167 | 873 | -577 |
Toegerekende rente volgens begrote renteomslag | 1.098 | 1.961 | -36 |
Correctie rente-omslag | - | - | - |
Renteresultaat op taakveld 0.5 Treasury | -69 | 1.088 | 541 |
Bedragen x 1.000 euro |
Het saldo van de rentelasten en rentebaten bedraagt op rekeningbasis 492.000 euro. Het verschil ten opzichte van de primaire begroting 2023 wordt verklaard door een lagere liquiditeitsbehoefte van de gemeente. De afgelopen jaren zijn de jaarresultaten positief geweest. Hierdoor beschikt de gemeente op dit moment over ruime liquide middelen en behoefde er geen kasgeld aangetrokken te worden. Overtollige liquide middelen zetten wij waar mogelijk uit bij mede-overheden. Hierover ontvangen wij een rentevergoeding. Ten opzichte van de begroting is op uitgezette geldleningen < 1 jaar een voordelig resultaat van 1,74 miljoen euro gerealiseerd.
In de primaire begroting 2023 werd het renteresultaat op het taakveld Treasury geraamd op 1,088 miljoen euro. Daarbij werd, rekening houdend met de bepalingen uit het BBV, met de volgende rentepercentages gerekend :
Rente ten behoeve van de grondexploitaties 1,30%.
Rente over de voorzieningen 2,00%.
Omslagrente 1,00%.
Op rekeningbasis is het percentage voor de rentetoerekening aan taakvelden neerwaarts bijgesteld van 1,00% naar 0%.